Verslag Friese Elfstedentocht

Het was in den mistige en vroege ochtend van zaterdag 7 september jongstleden, dat een bonte collectie van gemotoriseerde tweewielers zich verzamelden, om de Tocht der Tochten, of zoals bij velen beter bekend, de Friese Elfstedentocht aan te vangen…

De eerste Friese Elfstedentocht werd voor het eerst (officieel) verreden in 1909. Gek genoeg is de ’Tocht der Tochten’ tot op heden maar 15 keer verreden. Althans… op schaatsen dan!

De tocht is al door velen gereden op de fiets, de auto, zelfs op skates – eventueel voorzien van klapmechanisme. Er zijn zelfs mensen die de volle 200 kilometer hebben gelopen! (Geen ijs? Dan de hele tocht maar klunen…).

Op zaterdag 7 september hebben we de Friese Elfstedentocht ook gereden. En dan komen er automatisch vanuit Ermelo natuurlijk wat kilometertjes bij. Om dat een klein beetje te beperken (of in ieder geval de tijd) hebben we ons niet gehouden aan het officiële start- (en eind)punt, namelijk Leeuwarden, of op z’n Fries: Ljouwert. We pakken de route op vanuit Lemmer, maken dan de volledige ronde en komen dus weer uit bij Lemmer.

Gestart vanaf de Houtsnip, door Harderwijk, de polder door naar Lelystad. Bij Lelystad de A6 op, om net na Lemmer de officiële route op te pakken. Voordat we dus aan de ‘echte’ route kunnen beginnen, hebben we er al een dikke 80 kilometer opzitten.

De temperatuur is natuurlijk niet te vergelijken met wat de schaatsers in het verleden geregeld voor hun kiezen kregen – in 1929 liep de temperatuur zelfs terug tot –18 graden, met een harde noordooster wind. Brr!… Toch is vandaag ook frisjes, de temperatuur tikt nét 10 graden aan, maar dat zal gaandeweg de dag zeker nog veranderen.

De route gaat met de klok mee, dus de eerste officiële plaats op de route is Stavoren. De zin in koffie (met misschien een Fries Dumke erbij, of een lekker stuk appelgebak is natuurlijk ook helemaal prima). Net na de Johan Frisosluis, bij een restaurantje naast de jachthaven van Stavoren, worden we weggestuurd. Er is buiten iemand druk bezig met de kussens op de stoelen te leggen, maar kennelijk is de koffie nog niet doorgelopen. Een beetje mopperend op deze ‘gastvrijheid’ besluiten we niet te wachten en rijden maar een stukje door.

We verlaten Stavoren en vandaar gaan we omhoog naar Hindeloopen. Pas in Workum, bij een hotel met een zeer passende naam: Hotel Workum, kunnen we terecht voor een bakje koffie. En laat ze nou nét genoeg appelgebak hebben mét (voor wie dat wil) een toef slagroom! 

De route gaat verder, via het gehucht Gaast, aan het IJsselmeer, en vlak voor Makkum rijden we een stuk landinwaarts naar Bolsward.

Via Witmarsum, Pingjum en Kimswerd gaat de route weer verder naar het noorden, en brengt ons in Harlingen. Harlingen brengt voor sommigen ook direct goede herinneringen boven van de gezellige VMTC Motor 2-daagse, aan het begin van dit jaar.

Na de koffie gaat de route naar Waadhoeke, of voor niet-Friezen beter bekend als Franeker, een naam die door velen direct geassocieerd wordt met schaatsen.

Vanuit Franeker slingeren we eerst noord en vervolgens noord-oostwaarts via Oosterbierum, Tzummarum, het gehucht Firdgum, om via mooie, smalle slingerende weggetjes, met weidse uitzichten over het Friese landschap. Zo af-en-toe ruik je de zilte zeelucht en is aan bomen en struiken goed te zien dat de wind hier veel uit dezelfde richting waait.

Na Sint Jacobiparochie volgt het iets beter bekende Sint Annaparochie. Hoogste tijd om de innerlijke mens te verzorgen. We zitten net op het terras, of de zon breekt door! De temperatuur was al gestegen naar zo’n 16 graden, maar nu de zon écht de kans krijgt, kunnen er ook direct wat laagjes uit. En dan te bedenken dat die schaatsers zich warm hielden met kranten en stro onder hun jas! Maar dat was vroeger… Wij moeten het nu doen met GoreTex, windstoppers en verwarmde handschoenen, gemaakt van materialen die oorspronkelijk zijn ontwikkeld voor en in de ruimtevaart… Verschil mag er zijn!

Na een prima lunch rijden we door – en we zijn er nog lang niet, we hebben er nu ‘pas’ 200 kilometer opzitten! Via Oude– en Nieuwe Bildtzijl slingeren we door Ferwert en nog wat gehuchten, naar Dokkum. Dit is, voor onze route, het meest verre punt. Voor de schaatsers is de volgende grote plaats Leeuwarden, wat ook direct het eindpunt van de 200 kilometer monstertocht.

Via Damwâld is het weer prachtig slingeren naar Leeuwarden. Helaas is de oude binnenstad van Leeuwarden niet (echt) toegankelijk voor gemotoriseerde schaatsers, dus we volgen de diverse rotondes om Leeuwarden heen en zwieren er daarna lustig op los richting het zuiden van Friesland, richting Sneek. Na Sneek rijden we we tussen de Friese Meren door. Wat een prachtig landschap!

In het gehuchtje Jellum, net buiten Leeuwarden, stoppen we kort om de benen te strekken. Gelukkig heeft nog niemand blaren op z’n voeten, maar niet iedereen komt meer even soepel uit het zadel. Er wordt gevraagd waarom de toerleider nog niet is gestopt zijn voor een ijsje… En beterschap wordt beloofd!

Via Woudsend naar Balk en dan is het toch echt tijd om te stoppen voor een ijsje bij De IJskoning! De temperatuur is ondertussen ook meer dan genoeg om haast te moeten maken met je ijsje!

En dan zijn we bijna bij het einde van de officiële route. Nog even onder het Slotermeer door, langs het Sleattermer Gat, en dan zijn we weer in Lemmer, direct ook de grens Friesland-Flevoland.

Tijdens het ijsje in Balk hebben we, als echte ijsmeesters, de koppen bij elkaar gestoken. De geplande route loopt nog een stuk binnendoor, maar in alle wijsheid wordt besloten bij Lemmer de A6 weer op te gaan. We hebben ondertussen bijna 350 kilometer ‘in de benen’ en willen nu eigenlijk wel zo snel mogelijk naar de finishlijn.

We trekken nog een laatste sprint, weer via de Noordoostpolder, Lelystad en Harderwijk, en komen weer in Ermelo aan. Totaal ruim 420 kilometer en bij elkaar zo’n 10 uur onderweg. Met recht de Tocht der Tochten!

Helaas geen medaille of lintje, maar wel een schitterende dag!